Wie ben ik: 1960-1980
Mijn naam is: Rene Petrus Mathot
Geboortedatum: 24 juni 1960
Geboorteplaats: Heemskerk
Burgerlijke staat: Samenwonend met
Peter Lasker (31 juli 1966)
Kinderen: Beide van Peter Eline (1994) en Tim (1996)
Werk: Gemeente ambtenaar
Hobby's: Treinen, ABBA en Volvo
Het verhaal van mijn leven.
Ik heet René Petrus Mathot. Hieronder mijn levensverhaal. Dit kan nog aangepast worden, omdat het voor mij een dynamisch verhaal is met steeds nieuwe herinneringen. Het kan dus zijn dat er nog jaren ontbreken. Er staan ook wel wat onthullingen in die ik tot nu toe nog nooit aan iemand verteld heb. Als het met andere personen te maken heeft ben ik daar natuurlijk wel voorzichtig mee. Verder zie je foto's van mij die ik leuk vind om te laten zien.
1960 -1972 Mijn jeugdjaren
Ik ben dus geboren op vrijdag 24 juni 1960 in Heemskerk en mijn sterrenbeeld is Kreeft. Ik ben het vierde en laatste kind van mijn vader Wen (*6 juli 1923 +22 januari 2009) en moeder Ida (*12 november 1929 +7 november 2007). Mijn zus Inge is de oudste (9 september 1954), daarna kwamen mijn 2 broers Ron (23 februari 1956) en Fred (2 februari 1957). Ik was dus de laatste in de rij. Misschien wel een beetje een moederskindje, maar ja ze was er altijd voor mij en ik was toch ongevraagd de benjamin van de familie.
Van die eerste jaren kan ik mij weinig herinneren. Ik heb wel gehoord dat toen ik net geboren was, de kraamzuster helemaal heb onder gepoept. En ze vond me nog wel zo’n schatje.
Ik weet dat ik de eerste jaren spierwitte haren had (van foto’s uit die tijd). Later werden die veel donkerder. We woonden aan de Vivaldistraat 31 in Heemskerk, vlakbij de boerderij van Jan de Wit aan de A. Verherentstraat. Ik ging daar regelmatig spelen met Jantje de Wit. Vaak speelden in de hooiberg, in de stal bij de koeien of pikten kruis- en alebessen in de moestuin van Oma de Wit. Ben ook vaak mee geweest om koeien te melken in de Meent, dat is waar nu in Heemskerk Plan de Maer is gesitueerd. Het was toch wel een hele mooie tijd. Zeker ook als de koeien in de winter op stal stonden. Helaas moest na een aantal jaren de boerderij wijken voor nieuwbouw van buurtcentrum de Zandkraai. De familie de Wit is toen verhuisd naar een boerderij in Schoorl. Ik ben daar later nog wel een keer geweest samen met mijn vader en zus Inge.
Ik ben in 1964 naar de kleuterschool (St. Theresia) en in 1966 naar de St. Jozefschool school gegaan. In de 3e klas ben ik blijven zitten. Dit kwam voornamelijk omdat ik slechte ogen had -3,5. Deze afwijking heet bijziend. Je kan dus dichtbij objecten scherp zien, verafgelegen objecten niet. Dit had daarvoor nog nooit iemand opgemerkt. Tot mijn moeder mij een keer vroeg hoe laat het was op de klok thuis. Ik kon het niet zeggen. Zij vond het toch raar dat ik nog steeds geen klok kon kijken op deze leeftijd. Ze zei, “Kijk nog eens goed”. Ik liep naar de klok toe om deze van dichtbij te bekijken en vertelde haar toen wel hoe laat het was. Toen mijn moeder geconstateerd had dat ik de klok van afstand echt niet kon zien, ging ze met mij naar de schoolarts. Die verbaasde zich, dat niemand op school het had gemerkt dat ik bijna niks kon zien. De schoolarts was daar behoorlijk kwaad over. Geen wonder dat ik niet mee kon komen in de klas. En ik?.... Ik wist niet beter dan dat de wereld er zo uitzag, zoals ik er naar keek. Onscherp! Je kan wel nagaan dat er een wereld voor mij open ging toen ik mijn eerste bril kreeg. Ik zag voor het eerst dat de flat tegenover ons huis stenen met voegen had en dat ik TV kon kijken van een afstand van meer dan 1 meter. Het koste me wel één jaar extra op de lagere school.
De St. Josefschool is in de tijd dat ik daar op school zat 2 keer verhuisd naar een andere locatie. Het oude schoolgebouw aan de A. Verherentstraat in Heemskerk staat er nog steeds en is nu in gebruik als poppodium. Ik weet nog dat er een keer brand uitgebroken is, omdat een leraar (dhr Verwoerd) zijn jas op de brandende gaskachel had gelegd. Na twee jaar gingen we tijdelijk naar een nieuwe school aan de Frits Conijnstraat (later Anne Frankschool) en na een jaar naar de laatste locatie aan de Bachstraat. De school bestaat nog steeds. Ik was niet echt gelukkig op school. Ik werd vaak gepest en hoorde er niet echt bij. Ik had 2 schoolvrienden Jos Beentjes en Marc Bouwman. Ik weet nog wel dat Marc een mooie treinbaan thuis had. Ik kon het ook wel vinden met een aantal meisjes op school. Marjo Meijer en Marga Voormeer. Ik weet nog dat we een keer de pastoor van de Laurentiuskerk hadden geïnterviewd voor een werkstuk van school. Samen met Prisca Aardenburg (helaas in 1999 overleden) deed ik het interview. Ik kan me nog vaag herinneren hoe de kamer van de pastoor eruit zag. Prisca was iemand die niet bang was en ik vond het leuk om met haar dit project te doen. Zij hoorde toch bij de favoriete personen in de klas. Iedereen keek tegen haar op. Dus voor mijn imago ook goed. In het laatste jaar van de lagere school hebben we een musical De tijdmachine” opgevoerd voor de ouders. Ik speelde een holbewoner samen met o.a. Ivonne Molenaar en moesten ook nog een liedje zingen. Het is dat ik er een foto van heb, want kan me er verder weinig van herinneren waarschijnlijk doordat ik geen bril op had (die hadden holbewoners nog niet). Ik zag ik geen hand voor ogen.
Buiten school trok ik het meeste op met de buurjongens Henk de Vries (overleden in 2009) en Andre van Diepen. Met Henk had ik het meeste contact, maar ook met de buurmeisjes Jaqueline Vlietstra, Joke en Ivonne Molenaar kon ik het goed vinden. Henk zijn vader had een tuin en wat beesten langs de spoorlijn Uitgeest – Heemskerk. Ik ging regelmatig met Henk samen daar na toe om voor de beesten te zorgen. Hokken uitmesten en eten geven. Henk zijn vader had geiten, konijnen en varkens. Als we de varkens hadden uitgemest stonk ik een uur in de wind. We gingen ook met de trekker schillen ophalen. Met de meiden ging ik vaak touwtje springen en elastieken of doktertje spelen. Van Joke heb ik ooit mijn eerste zoen gekregen. Mijn vader en mijn 2 broers hadden dat ik klein was, een grote Fleischmann treinbaan op zolder. Ik had toen zelf een opwindtrein. Mijn trein mocht van hun niet op deze treinbaan rijden. Hij stopte namelijk niet voor de rode seinen en zou dan eventueel op de andere treinen kunnen botsten. Dat kon natuurlijk niet en ik mocht daarom niet meer op de zolder komen. Ik was daar erg verdrietig over. Toen ik 9 jaar werd kreeg ik voor Sinterklaas mijn eigen trein. Een hele kleine van Minitrix. Een echte modeltrein in de schaal 1:160. Spoor N waarbij de N staat voor negen millimeter spoor. Ik was er erg blij mee. Het was een beginsetje met een stoomlocomotief, 3 goederenwagens en een railovaal. Helaas heeft mijn vader nooit samen met mij met deze trein gespeeld. Ik heb dat toen wel gemist. Mijn vader en mijn 2 broers verloren kort daarna hun interesse voor de modeltreinen op zolder en mijn vader heeft deze toen verkocht. Ik hoorde het pas toen ze al verkocht waren. Hij heeft helaas niet aan mij gevraagd of ik ze misschien wilde hebben. Ik had ze nu graag in mijn verzameling modeltreinen gehad. Vakantie's in deze periode. We zijn met het hele gezin in Ommen geweest.
Op foto rechts, gemaakt in Ommen schreef mijn moeder in 1963 aan mijn tante Corrie in New Zealand: Vakantie '63 Ommen, Het was hardstikke mooi weer. We gingen elke dag naar dit zwembad. Hoe vind je ons spul. Wat worden ze al groot hè.
Ik kan me van deze vakantie weinig meer herinneren. Het is dat er foto's van zijn.
We zijn ook in Harderwijk geweest in 1965. Daar hadden we als vakantiehuis een echte tjalk die lag in de haven daar. Echt een van de mooiste vakantie's die ik me kan herinneren. De boot was helemaal ingericht als vakantiehuis, maar met een vooronder waar wij sliepen. Lekker veel zwemmen en herinner mij ook dat er een oude lekke zeilboot lag. Het lek in de bodem hadden we gedicht en konden daar mee varen en spelen. Ik weet ook nog dat mijn zus mij altijd zat te pesten. Ik zat in een autoband met daaraan een touw vastgebonden. Ik wilde daar uit maar dat lukte niet in het diepe water. Elke keer als ik vlak bij de kant was trok mijn zus me weer naar het diepe. Nadat ik begon te huilen kwam mijn vader mij te hulp. Deze vakantie kwam tot een abrupt einde. Het begon te stormen terwijl mijn moeder met het eten bezig was. De schuit begon zo te schommelen dat de pannen van het vuur gleden en spullen in de boot omvielen. Op dat moment besloten mijn vader en moeder om alles in de auto te laden en te vertrekken.
We zijn ook in Schoonoord (Drenthe) geweest in 1967. We hadden daar een vakantiebungalow met een toepasselijke naam voor mij "Trijntje". Ik kan me herinneren dat het een leuke vakantie was. In de buurt van het park was een grote natuurlijke waterplas de "Kibbelkoele". Vele jaren later ben ik op hetzelfde park weer op vakantie geweest samen met Peter en de kinderen. "Ons" huisje "Trijntje" staat er helaas niet meer. Wij zaten deze keer in bungalow "t' Haantje" Bijna hetzelfde huisje als toen. We zijn ook nog eens een keer zonder mijn moeder en mijn zus op vakantie geweest in Mook bij de Plasmolen in de buurt van Nijmegen. Mijn vader had een licht groene "Walker" tent gekocht. Gewoon een puntdak tent. Je kon er net met z'n vieren in slapen. De camping lag aan een zijarm van de Maas (als ik het goed heb). Ik had een grote opblaasboot. voor de grap gingen tijdens het varen zwemen. We gooide de boot op zijn kop en gingen met z'n drieën onder deze boot met ons hoofd net boven water in de luchtbel. Mijn vader dacht dat we allemaal verzopen waren en was woest toen bleek dat wij gewoon een spelletje aan het spelen waren. Volgens mij zijn we daarna al weer snel naar huis gegaan. Ik kan me er verder niks van herinneren.
Vanaf mij 12e jaar werkte ik op de markt als kramenbouwer (in het begin deed ik alleen maar elastiekjes om de losse houten armen van de kramen). Ik verdiende daar fl. 2,50 per keer mee. Mijn eerste zelf verdiende geld.
1973 -1980 Mijn jaren als puber.
Ik ging van de lagere school naar de LTS De Die in Heemskerk. Ik was toen net 13 jaar geworden. De Die was een nieuwe school in de nieuwe woonwijk De Die. Toen ik naar deze school ging was deze nog maar voor een gedeelte gereed. Ik weet nog wel dat in de eerste winter de verwarming kapot was. Er waren verwarmingsbuizen doorgerot die door de betonnen vloer heen gingen. Er zat namelijk zuur in het beton. We hebben enige tijd met onze jassen aan in klas les gehad. Ook was er een groot houten schot geplaatst voor de doorgang naar het gedeelte van de school wat nog niet gereed was. (Inmiddels is deze school alweer gesloopt 2011) Het was een beetje behelpen dat eerste jaar op deze school. De eerste 2 jaar had ik houtbewerken, elektrotechniek en metaal als beroepsvakken. Na deze 2 jaar in de brugklas moest ik kiezen in welk vak ik verder wilde. Ik wist het echt niet. Na overleg en aandringen van mijn vader en moeder het ik maar voor elektrotechniek gekozen. Ik deed iets met treinen en die reden op stroom dus dat was eigenlijk de link. Ik wilde eigenlijk alleen maar machinist worden bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) dus lag elektrotechniek ook wel een beetje voor de hand. De NS had ook elektrische treinen namelijk. De twee jaar elektrotechniek vond ik wel leuk alleen was ik niet zo goed in wiskunde. Dat vak was wel belangrijk in deze beroepskeuze. Cosinus phi en een sinusvormige wisselstroom waren toch wel erg wiskundig. Pijpjes buigen en op een bord schroeven had ik na twee jaar ook wel een beetje gezien.
Tijdens deze jaren zat ik ook wel in de knoop met mezelf. Ik had eigenlijk niet echt vrienden. Als ik thuis was zat ik toch vaak alleen op mijn kamer of speelde met mijn treinen op zolder. Toen ik een jaar of 13 was voelde ik me toch wel vaak eenzaam. Met buurmeisjes speelde ik wel en met Henk de Vries ging nog wel regelmatig naar de tuin van zijn vader. Maar om nu te zeggen dat ik echt gelukkig was, nee. Er was ook iemand, een jongen, in de buurt waar ik erg tegen op keek. Deze jongen (zijn naam laat ik om privacy redenen achterwege) was in mijn ogen stoer en deed dingen die ik nooit zou durven. Ik had ook nooit de illusie dat hij mij zou zien staan (dat verlegen jochie). Op de een of andere manier zocht hij toch af en toe contact met mij. Ik vond dat helemaal geweldig en spannend dat hij mij aansprak en dat we samen kattenkwaad gingen uithalen. Zo hebben we wel een keer flessen aan de achterkant van de Nijman supermarkt weggepikt en aan de voorkant weer ingeleverd. We hebben ook een keer geld opgehaald met een collectebus van het Rode Kruis en van dat geld kochten we snoep, waar we ons dan ziek aan aten. Hij is daar volgens mij toen nog voor opgepakt door de politie, maar heeft me niet verraden. Het waren dingen die ik waarschijnlijk nooit had gedaan als ik niet met hem was om gegaan. Als ik bij hem was voelde ik mij geweldig, omdat hij mij aandacht gaf. Ik kreeg daar toch een warm gevoel bij (verliefdheid besefte ik pas jaren later, wist ik veel wat dat toen was).
Als je zo jong bent ben je natuurlijk ook nieuwsgierig en doe je misschien dingen die je als je ouder en wijzer bent niet gedaan zou hebben. Deze jongen was iets ouder en zo experimenteerde we ook op seksueel gebied. Iets waar ik achteraf gezien eigenlijk helemaal niet klaar voor was. Maar het gebeurde wel. Er vlogen allerlei gevoelens door mijn lijf die ik totaal niet begreep. Ik durfde er ook met niemand over te praten. De “relatie” met deze jongen ontwikkelde zich wel. We hadden meerdere keren seksueel contact, maar begreep niet waarom hij mij af toe gewoon totaal links liet liggen. Door mijn verliefdheid, want dat was het echt wel, voelde ik me dan gauw in de steek gelaten. Ik wilde hem gewoon altijd dicht bij mij. Je weet wel hoe dat is als je echt verliefd bent. Dat nam soms bij mij bijna dwangmatige vormen aan. Ik weet nog wel dat ik soms uren buiten bij de voordeur zat, hopend dat ik hem zou zien. Mijn moeder vroeg wel eens waarom ik daar zo lang zat. Ze heeft het nooit geweten. Ik had mijn lichaam en mijn gevoel totaal niet meer in de hand. Doordat ik zo graag wilde dat hij bij mij was, stootte ik hem eigenlijk alleen maar van mij af.
Het contact werd daardoor steeds minder. Hij vroeg zich zelf een keer in mijn bijzijn af of ik misschien een “homo” was. Ik wist totaal niet wat de betekenis van dat woord was en had er ook nog nooit van deze term gehoord. Ik begreep er helemaal niets van. Later in mijn leven natuurlijk wel. Deze "relatie" heeft in totaal ongeveer 2 jaar geduurd. Voor hem was het waarschijnlijk echt niet meer dan alleen maar experimenteren. Voor mij niet, ik heb er jarenlang erg veel last van gehad. Iedereen die ook maar een beetje in de buurt van mij kwam en iets van mij wilde, sloot ik buiten. Ik kon met mijn gevoelens totaal niet omgaan. Ik ontliep mensen waar ik ook maar iets voor dreigde te gaan voelen (voornamelijk jongens). Ik wist ook niet of dit gevoel (aantrekkingskracht) van mij voor jongens anders was dan bij andere jongens van mijn leeftijd. Het werd een vorm van zelfbescherming om de pijn en afwijzing te voorkomen. Wanneer ik de betreffende jongen weer tegenkwam, werd dat gevoel alleen maar weer versterkt. Ik wilde zo eigenlijk niet meer leven. Ik durfde en kon er ook met niemand over praten. Je wordt zo wel erg eenzaam. Je schermt je onbewust af voor de hele buitenwereld. Echte vrienden heb ik in die periode dan ook niet gehad. Neem ik het de betreffend jongen van toen kwalijk? Nee! Ik denk dat hij toen ook niet goed besefte wat hij aangericht heeft bij mij. Heel af en toe kom ik hem nog wel eens tegen. We groeten elkaar gewoon. Hij weet wel dat ik homo ben omdat ik hem later samen met Peter ook wel tegengekomen ben. Ik heb het hem echter zelf nooit verteld. Toch zou ik er eigenlijk met hem nog wel een keer over willen praten. Hoe hij het beleeft heeft die tijd. Aan de andere kant heb ik het nu ook een plekje kunnen gegeven. Het voorafgaande heeft wel mijn hele leven tot mijn 34ste jaar beheerst, toen kwam ik pas uit de kast. Ik kom hier later nog wel een paar keer op terug .
De redding voor mij tijdens de bovenstaande periode was ongetwijfeld en het klinkt misschien raar…. ABBA. Op 6 april 1974 deed deze Zweedse groep mee aan het Eurovisie Songfestival in Brighton in Engeland met Waterloo. Totaal in verwarring keek ik naar de uitzending en de vrolijke uitstraling van deze groep. Het nummer Waterloo gaf mij een geweldige energiestoot die ik op dat moment zo hard nodig had. Al mijn frustraties en negatieve gedachten die ik had werden door de muziek van ABBA even vergeten en voelde ik mij even blij. Iets wat ik daarvoor toch vaak gemist had. ABBA was dus mijn redding. Ik was gewoon ABBA. Ik wilde toen ook graag de single van Waterloo hebben. Helaas had ik er geen geld voor. Zakgeld kreeg ik toen nog niet. De single kostte toen fl.3,50. Mijn broer Ron was toen net aan het werk gegaan bij Merxs Verwarmingstechtniek. Hij heeft toen deze eerste ABBA single voor mij gekocht. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Elke keer als ik in de put zat vrolijkte de muziek van ABBA mij weer op en behoede mij voor de negatieve gedachten over mezelf. Het gaf me de kracht om door te gaan. Ik zal in die tijd ook niet begrepen zijn door mijn familie, als ik voor de zoveelste keer Waterloo van ABBA draaide. Gek werden ze ervan. Sorry hoor! Nu zoveel jaren later ben ik nog steeds een grote fan van ABBA, maar wel wat meer in proporties. ABBA is gewoon het beste wat mij op dat moment in mijn leven overkomen is. Kijk maar even op de ABBA pagina op deze site. Ik verzamel echt alles van ze. Ik denk wel eens dat als ABBA er niet geweest zou zijn, ik niet meer had geleefd. Het geeft wel aan hoe belangrijk ze voor mij waren. Van hun muziek wordt ik nog steeds blij, maar soms ook emotioneel. Zeker nu na al die jaren ABBA door iedereen geweldig wordt gevonden. In de jaren ’70 en ’80 was dat toch anders. Als ABBA fan werd je toch een beetje als buitenbeentje gezien. ABBA was “not done”. Misschien is dat ook wel een van de redenen geweest waarom ik me zo verbonden met ABBA voel. Waarom moest ik me altijd zo verdedigen als ik vertelde dat ik de muziek van ABBA het beste vond.
Misschien snap je nu ook waarom ik op school nooit goed de aandacht bij de les kon houden. Het ging gewoon een beetje langs me heen. Constant vlogen gedachten en gevoelens die ik niet in de hand had door mijn lijf. Gek werd ik er van. Mijn leven is hier erg door beïnvloed en wist niet hoe ermee om te gaan. Echte vrienden had ik hier op de LTS ook niet . De enige waar ik mee optrok was Hans de Laat. Ik kon het wel goed met hem vinden, maar toch echte vriendschap is het nooit geworden. Mijn homoseksualiteit heb ik nooit besproken met iemand. Nadat ik de LTS had afgerond wilde ik nog steeds machinist worden bij de NS. Ik heb toen bij de NS bedrijfsschool gesolliciteerd voor een opleiding van machinist. Ik mocht komen, maar werd afgekeurd omdat ik te slechte ogen had De sterkte van mijn glazen waren -5. Voor machinist mocht je niet meer dan -1,5 aan sterkte hebben. Voor mij de zoveelste afwijzing. Zwaar teleurgesteld, want van mij hoefde het allemaal niet meer, heb ik toen van ellende maar besloten om nog een extra jaar theorie te doen op LTS De Brink in Beverwijk. Wat moest ik anders? Ik had dan nog de mogelijkheid om door te stromen naar de MTS hielden mijn vader en moeder mij voor. Ik zonderde me steeds meer af op mijn kamer met ABBA en op zolder met mijn treinen.
Kijk voor meer informatie over mij op de pagina Wie ben ik 1980-2000